Subsidieregeling Verenigingsaccommodaties Buitensport

Onderzoeksopzet

Aanleiding

Aanleiding onderzoek

In de vergadering van de commissie Jeugd, ICT en Financiën (JIF) van 25 september 2013 heeft de rekenkamer met raadsleden gesproken over de suggestie van het college om de rekenkamer structureel de doeltreffendheid van subsidieverstrekking te laten onderzoeken. Aanleiding voor de suggestie van het college was het verzoek van raadsleden om meer informatie over de effectiviteit van subsidies. Het feit dat er bij de raad vragen leven over de effectiviteit van subsidies is voor ons reden geweest om een reeks van subsidieonderzoeken te starten.

Met het rapport Grip op subsidies. Borging van doeltreffendheid en doelmatigheid (juni 2014) zijn we eerst nagegaan in hoeverre de controle op het subsidieproces door het college in opzet goed geregeld is. De volgende stap was een aantal verdiepende onderzoeken naar specifieke subsidies. In dit kader zijn de afgelopen jaren rapporten gepubliceerd over subsidieverstrekking op het gebied van diversiteit (februari 2016), bewonersondersteuning en belangenbehartiging (juni 2017) en maatschappelijke en bewonersinitiatieven (december 2018). In ons onderzoeksprogramma 2019 is een laatste verdiepend onderzoek opgenomen naar subsidies voor accommodaties van buitensportverenigingen.

Alle subsidieonderzoeken samen geven een beeld van de mate waarin de gemeente Amsterdam het subsidie-instrument op een doelmatige, doeltreffende en rechtmatige wijze inzet. In 2019 zal de serie subsidieonderzoeken worden afgesloten met een themapublicatie.

Subsidieregeling Verenigingsaccommodaties Buitensport

De Subsidieregeling Verenigingsaccommodaties Buitensport (in werking getreden in mei 2017) gaat terug tot 1962 en kent daarmee een lange historie. Er kan subsidie worden aangevraagd voor de volgende activiteiten:

  1. de bouw, renovatie of uitbreiding van een sportverenigingsaccommodatie (kleed- en clubhuisgebouwen) en toebehoren, zoals hellingbanen, vlotten, steigers;
  2. de aanleg of vervanging van een kunstgrasveld;
  3. het plaatsen van energiezuinige lichtinstallaties bij sportvelden.

Het doel is het bevorderen van de kwaliteit van accommodaties van buitensport- en watersportverenigingen en daarmee uiteindelijk het verhogen van de sportparticipatie. Een nieuwe ontwikkeling is het streven dat de accommodatie ook voor andere maatschappelijke doelen wordt ingezet, zoals voor buurtactiviteiten.

De Subsidieregeling Verenigingsaccommodaties Buitensport wordt in de volksmond ook wel de 1/3-regeling genoemd. De gemeentelijke subsidie bedraagt namelijk maximaal een derde deel van de investeringskosten met een bovengrens van € 275.000. Daarnaast kan de aanvrager een derde deel van de totale investeringskosten met een garantiestelling door de gemeente  lenen, tot maximaal de hoogte van het subsidiebedrag. De overige financiering moet door de vereniging zelf worden ingebracht. 

Voor de subsidieregeling wordt jaarlijks een subsidieplafond vastgesteld. De afgelopen bestuursperiode 2014-2018 bedroeg het subsidieplafond € 650.000. De verwachting was echter dat het aantal aanvragen het budget zou overstijgen. Daarom is incidenteel € 2 miljoen aan coalitiemiddelen beschikbaar gesteld. 

In Tabel 1 staan de aangevraagde en verleende subsidiebedragen van de afgelopen drie jaar. Daaruit blijkt dat in 2016 en 2017 het subsidieplafond daadwerkelijk is overschreden. Opvallend is verder dat in 2018 sprake is van ongeveer een halvering van het verleende subsidiebedrag. 

Tabel 1. Subsidieaanvragen Subsidieregeling Verenigingsaccommodaties Buitensport 2016-2018
 Aantal aanvragenTotaal aangevraagd bedragAantal verleende aanvragenTotaal verleend
bedrag
20185€ 406.8565€ 406.856
20178€ 1.150.1335€ 798.636
20165€ 780.7085€ 780.708

Onderbouwing keuze

De keuze voor een verdiepend onderzoek naar de Subsidieregeling Verenigingsaccommodaties Buitensport is gemaakt om verschillende redenen.

Ten eerste hebben we voor de verdiepende onderzoeken binnen de subsidiereeks een diversiteit aan subsidies op verschillende beleidsterreinen willen selecteren. In 2018 is door de gemeente Amsterdam € 696 miljoen aan subsidiebudget beschikbaar gesteld. Daarvan is ongeveer € 15 miljoen bedoeld voor sportsubsidies. Voor de Subsidieregeling Verenigingsaccommodaties Buitensport is € 650.000 beschikbaar.  Het gaat om eenmalige subsidies, die sterk variëren in grootte van het subsidiebedrag, namelijk tussen de € 18.165 en € 275.000. 

Ten tweede springen voor ons twee kenmerken van de regeling eruit: 1) het betreft een 'schaarse subsidie': het ingestelde subsidieplafond is regelmatig niet toereikend om alle aanvragen te kunnen honoreren en 2) de combinatie van een subsidieverstrekking en een garantstelling door de gemeente.

Ten derde is in het coalitieakkoord 2018-2022 opgenomen dat onderzocht zal worden hoe de subsidieregeling in de komende periode verbeterd kan worden, zodat verenigingen minder hoeven voor te financieren. 

Opzet onderzoek

Doelstelling en onderzoeksvragen

Doelstelling

Het doel van het onderzoek is inzicht krijgen in de mate waarin een doeltreffende, doelmatige en rechtmatige besteding van subsidies voor accommodaties van buitensportverenigingen is geborgd. De uitkomsten van het onderzoek kunnen handvatten geven bij de herinrichting van de subsidieregeling in de huidige coalitieperiode.

Onderzoeksvragen

De centrale vraag in het onderzoek luidt zodoende:

In hoeverre is door de gemeente een doelmatige, doeltreffende en rechtmatige besteding van subsidies voor buitensportverenigings-accommodaties geborgd?

Om de centrale vraag te beantwoorden zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld:

  1. In hoeverre zijn er voldoende waarborgen aanwezig voor een doeltreffende besteding van de subsidie?
  2. In hoeverre zijn er voldoende waarborgen aanwezig voor een doelmatige besteding van de subsidie?
  3. In hoeverre zijn er voldoende waarborgen aanwezig voor een rechtmatige besteding van de subsidie?
  4. In hoeverre zijn de buitensportverenigingen tevreden over de subsidieregeling?

Aanpak

Voor het onderzoek gebruiken we verschillende onderzoeksmethoden.

Ten eerste een documentenanalyse. Daarbij kan gedacht worden aan bronnen zoals wet- en regelgeving, het coalitieakkoord, begrotingen en jaarrekeningen, beleidsstukken, interne procedures, voortgangsrapportages/evaluaties en de gemeentewebsite.

Ten tweede willen we ook een dossieronderzoek uitvoeren. Het subsidiedossier bestaat uit de subsidieaanvraag, de verleningsbeschikking, de verantwoordingsdocumenten en de vaststellingsbeschikking en aanverwante documenten. We beperken het dossieronderzoek indien mogelijk tot subsidiedossiers die onder de huidige subsidieregeling (mei 2017) vallen. Als er sprake is van onvoldoende (complete) dossiers, betrekken wij ook oudere subsidiedossiers, die nog onder de voorganger van de huidige regeling vallen, te weten de Bijzondere Subsidieverordening voor (aanpassingen aan) verenigingsaccommodaties.

Ten derde willen we de buitensportverenigingen vragen naar hun bekendheid en ervaringen met de subsidieregeling aan de hand van een enquête of een groepsgesprek.

Ten vierde zullen we aanvullende interviews houden met de verantwoordelijke ambtenaren van de beleidsafdeling en het subsidiebureau en met de Stichting Financiering Bouw Sportaccommodaties (SFBSA).

Planning en onderzoeksteam

Planning

Het onderzoek start in maart 2019. Publicatie van het onderzoek wordt voorzien rond het zomerreces.

De doorlooptijd voor dit onderzoek is mede afhankelijk van de beschikbare (openbare) informatie en de afspraken die wij met de gemeente kunnen maken. Deze zijn bepalend voor de planning van het onderzoek.

Onderzoeksteam

Het onderzoeksteam is als volgt samengesteld:

Directeur:Jan de Ridder
Onderzoekers: Evert Visser (projectleider)
Caroline van Zon (onderzoeker)

Verantwoording

Deze onderzoeksopzet is opgesteld op basis van een verkennende documentstudie en een oriënterend gesprek met de verantwoordelijke beleidsmedewerker. Op basis van het verzamelde onderzoeksmateriaal kan de aanpak gedurende het onderzoek worden bijgesteld.

In ons onderzoeksrapport worden alle opmerkingen en bedenkingen meegenomen die wij naar aanleiding van de bevindingen van belang achten. Ook als dit niet expliciet onderdeel uitmaakt van deze onderzoeksopzet.

Voor de uitvoering van het onderzoek is het van belang dat wij inzage hebben in alle relevante stukken waarover de gemeente beschikt. Op basis van de subsidieverordening ASA 2013 is de rekenkamer bevoegd om ook bij gesubsidieerde instellingen gegevens op te vragen.

Bijlage – Algemene werkwijze rekenkamer